Log in om deze rubric te printen of binnen jouw account aan te passen.
Trefbal: Gooi zo snel mogelijk de tegenstanders af en voorkom dat jij zelf geraakt wordt door de tegenstander.
Zwak
|
Kan beter
|
Goed
|
Zeer goed
|
|
---|---|---|---|---|
Samenwerken niveau 3 | Als je de bal hebt, kies je alleen voor jouw eigen kansen om een tegenstander te raken met de bal. |
Als je de bal hebt, zie jij niet altijd dat er teamgenoten in betere posities staan, jij kiest dan ook alleen maar voor je eigen kansen om een tegenstander te raken met de bal. |
Als je de bal hebt, weet je wanneer een teamgenoot in een betere positie staat, maar kies je soms nog voor jouw eigen kans om een tegenstander te raken met de bal. |
Als je de bal hebt, weet en kies jij ervoor om over te spelen naar een teamgenoot wanneer hij in een betere positie staat dan jijzelf om een tegenstander te raken met de bal. |
Ontwijken van de bal niveau 1-2-3 | Jij kan soms ballen ontwijken, maar dit lukt jou niet altijd. Jij staat vaak stil en maak het de tegenstander niet moeilijker jou te raken. |
Jij kan in makkelijke situaties ballen ontwijken, maar dit lukt jou niet altijd. Jij staat soms stil maar je bent soms ook in beweging om het de tegenstander moeilijker te maken jou te raken. |
Jij kan in makkelijke situaties ballen ontwijken, in moeilijke situaties lukt dit niet altijd. Jij bent veel in beweging om het de tegenstander moeilijker te maken jou te raken. |
Jij kan in makkelijke en moeilijke situaties ballen ontwijken, jij blijft in beweging om het de tegenstander moeilijker te maken jou te raken. |
Afgooien van tegenstanders niveau 3 | Als jij een bal gooit richting een tegenstander dan is dit zonder richting, meer ballen gaan mis dan raak. Jij gooit op één manier en kan niet afwisselen tussen snelle en slimme ballen. |
Als jij een bal gooit richting een tegenstander dan is dit gericht op de tegenstander, maar niet alle ballen zijn raak. Jij gooit op één manier en wissel niet af tussen snelle en slimme ballen. |
Als jij een bal gooit richting een tegenstander dan raak jij vaak een tegenstander. Jij weet dat ik snelle en slimme ballen zou kunnen gooien die gericht zijn op een tegenstander en helpen meer tegenstander te raken. |
Als jij een bal gooit richting een tegenstander dan is deze bijna altijd raak. Jij weet en kan ballen snelle en slimme ballen gooien die gericht zijn op een tegenstander. |
Samenwerken niveau 1-2 | Als jij de bal hebt, kies jij alleen voor jouw eigen kansen om een tegenstander te raken met de bal. Jij hebt het moeilijk om op een aangename en rustige manier samen te spelen met anderen. Jij wordt vaak te wild of boos tijdens het spel. |
Als jij de bal hebt, kies jij alleen voor jouw eigen kansen om een tegenstander te raken met de bal. Jij kan op een aangename en rustige manier samen spelen met anderen.
|
Als jij de bal hebt, weet jij wanneer een teamgenoot in een betere positie staat, maar kies jij soms nog voor jouw eigen kans om een tegenstander te raken met de bal. Jij kan op een aangename en rustige manier samen spelen met anderen. |
Als jij de bal hebt, weet en kies jij ervoor om over te spelen naar een teamgenoot wanneer hij in een betere positie staat dan jij om een tegenstander te raken met de bal. Jij kan op een zeer aangename en rustige manier samen spelen met anderen. Jij helpt anderen bij het uitvoeren van de opdracht. |
Aangooien van tegenstanders niveau 1-2 | Als jij een bal gooit richting een tegenstander dan is zonder richting, meer ballen gaan mis dan raak. |
Als jij een bal gooit richting een tegenstander dan is dit gericht op de tegenstander, maar niet alle ballen zijn raak. |
Als jij een bal gooit richting een tegenstander dan raak jij vaak een tegenstander. |
Als jij een bal gooit richting een tegenstander dan is deze bijna altijd raak. |
Als je de bal hebt, kies je alleen voor jouw eigen kansen om een tegenstander te raken met de bal.
Als je de bal hebt, zie jij niet altijd dat er teamgenoten in betere posities staan, jij kiest dan ook alleen maar voor je eigen kansen om een tegenstander te raken met de bal.
Als je de bal hebt, weet je wanneer een teamgenoot in een betere positie staat, maar kies je soms nog voor jouw eigen kans om een tegenstander te raken met de bal.
Als je de bal hebt, weet en kies jij ervoor om over te spelen naar een teamgenoot wanneer hij in een betere positie staat dan jijzelf om een tegenstander te raken met de bal.
Jij kan soms ballen ontwijken, maar dit lukt jou niet altijd.
Jij staat vaak stil en maak het de tegenstander niet moeilijker jou te raken.
Jij kan in makkelijke situaties ballen ontwijken, maar dit lukt jou niet altijd.
Jij staat soms stil maar je bent soms ook in beweging om het de tegenstander moeilijker te maken jou te raken.
Jij kan in makkelijke situaties ballen ontwijken, in moeilijke situaties lukt dit niet altijd.
Jij bent veel in beweging om het de tegenstander moeilijker te maken jou te raken.
Jij kan in makkelijke en moeilijke situaties ballen ontwijken, jij blijft in beweging om het de tegenstander moeilijker te maken jou te raken.
Als jij een bal gooit richting een tegenstander dan is dit zonder richting, meer ballen gaan mis dan raak.
Jij gooit op één manier en kan niet afwisselen tussen snelle en slimme ballen.
Als jij een bal gooit richting een tegenstander dan is dit gericht op de tegenstander, maar niet alle ballen zijn raak.
Jij gooit op één manier en wissel niet af tussen snelle en slimme ballen.
Als jij een bal gooit richting een tegenstander dan raak jij vaak een tegenstander. Jij weet dat ik snelle en slimme ballen zou kunnen gooien die gericht zijn op een tegenstander en helpen meer tegenstander te raken.
Als jij een bal gooit richting een tegenstander dan is deze bijna altijd raak. Jij weet en kan ballen snelle en slimme ballen gooien die gericht zijn op een tegenstander.
Als jij de bal hebt, kies jij alleen voor jouw eigen kansen om een tegenstander te raken met de bal. Jij hebt het moeilijk om op een aangename en rustige manier samen te spelen met anderen. Jij wordt vaak te wild of boos tijdens het spel.
Als jij de bal hebt, kies jij alleen voor jouw eigen kansen om een tegenstander te raken met de bal. Jij kan op een aangename en rustige manier samen spelen met anderen.
Als jij de bal hebt, weet jij wanneer een teamgenoot in een betere positie staat, maar kies jij soms nog voor jouw eigen kans om een tegenstander te raken met de bal. Jij kan op een aangename en rustige manier samen spelen met anderen.
Als jij de bal hebt, weet en kies jij ervoor om over te spelen naar een teamgenoot wanneer hij in een betere positie staat dan jij om een tegenstander te raken met de bal.
Jij kan op een zeer aangename en rustige manier samen spelen met anderen. Jij helpt anderen bij het uitvoeren van de opdracht.
Als jij een bal gooit richting een tegenstander dan is zonder richting, meer ballen gaan mis dan raak.
Als jij een bal gooit richting een tegenstander dan is dit gericht op de tegenstander, maar niet alle ballen zijn raak.
Als jij een bal gooit richting een tegenstander dan raak jij vaak een tegenstander.
Als jij een bal gooit richting een tegenstander dan is deze bijna altijd raak.