Basis Hout OV3 Specifieke Competenties
Log in om deze rubric te printen of binnen jouw account aan te passen.
De In het opleidingsprofiel voorkomende competenties, specifiek voor de opleiding Basis Hout worden als volgt beoordeeld.
|
Werkpunt
|
Voldoende
|
Goed
|
Zeer Goed
|
|
|---|---|---|---|---|
| 9. Bereidt grondstoffen voor i.f.v. de werkopdracht (aftekenen, paren, ...) onder begeleiding | - De leerling die grondstoffen onjuist aftekent en vaak fouten maakt bij het paren. - De leerling die niet de juiste materialen weet te kiezen voor de werkopdracht. - De leerling die het hout onjuist kantrecht en vaak fouten maakt bij het afkorten. - De leerling die niet de juiste afmetingen aanhoudt bij het uitzagen van onderdelen. |
- De leerling die grondstoffen correct aftekent en paart, maar extra hulp nodig heeft. - De leerling die af en toe vergeet om de afmetingen te controleren. - De leerling die hout correct kantrecht en afkort, met extra ondersteuning. - De leerling die af en toe vergeet om merktekens aan te brengen. |
- De leerling die grondstoffen nauwkeurig aftekent en paart volgens de instructies. - De leerling die zelfstandig de juiste materialen kiest en voorbereidt. - De leerling die het hout nauwkeurig kantrecht, afkort en onderdelen volgens de juiste afmetingen uitzaagt. - De leerling die zelfstandig kan paren of merktekens aanbrengt en afschrijft volgens een eenduidige methode. |
- De leerling die grondstoffen uitstekend aftekent en paart en anderen helpt om hetzelfde te doen. - De leerling die suggesties doet voor efficiëntere methoden bij het voorbereiden van grondstoffen. - De leerling die het hout uitstekend kantrecht, afkort en onderdelen nauwkeurig uitzaagt, en anderen helpt om hetzelfde te doen. - De leerling die suggesties doet voor efficiëntere werkmethoden bij het voorbereiden van grondstoffen. |
| 10. Bewerkt onderdelen met (houtbewerkings) machines onder begeleiding | - De leerling die machines onjuist gebruikt en vaak fouten maakt bij het bewerken van onderdelen. - De leerling die de veiligheidsvoorschriften negeert tijdens het gebruik van machines. - De leerling die onveilige situaties niet herkent bij de opstart van de machine en vaak fouten maakt bij het bewerken van de onderdelen. - De leerling die machines onjuist start, stopt en bedient. |
- De leerling die onderdelen correct bewerkt met machines, maar soms begeleiding nodig heeft. - De leerling die onderdelen correct bewerkt met machines, maar soms begeleiding nodig heeft. - De leerling die af en toe moeite heeft met het schaven tot ontruwde vlakken. - De leerling die af en toe moeite heeft met het instellen van de machines. |
- De leerling die onderdelen nauwkeurig bewerkt met machines volgens de instructies. - De leerling die zelfstandig kleine aanpassingen aan de machines kan doen. - De leerling die onderdelen nauwkeurig bewerkt met machines, inclusief schaven, op maat zagen en profileringen aanbrengen. - De leerling die zelfstandig merktekens aanbrengt en werkstukken schuurt tot de gewenste afwerkingsgraad. |
- De leerling die onderdelen uitstekend bewerkt met machines en anderen helpt om hetzelfde te doen. - De leerling die proactief is in het onderhouden van de machines. - De leerling die onderdelen uitstekend bewerkt met machines en anderen helpt om hetzelfde te doen. - De leerling die proactief is in het gebruik van mallen en het onderhouden van machines. |
| 11. Vergaart houten elementen onder begeleiding | - De leerling die houten elementen onjuist vergaart en vaak fouten maakt. - De leerling die niet de juiste volgorde aanhoudt bij het vergaren van elementen. - De leerling die verbindingsgedeelten onjuist verlijmt en vaak fouten maakt bij het samenvoegen van onderdelen. - De leerling die lijmresten niet verwijdert. - De leerling die de opspantechnieken verkeerd toepast. |
- De leerling die houten elementen correct vergaart, maar hulp nodig heeft om de opdracht tot een goed einde te brengen. - De leerling die af en toe vergeet om lijmresten te verwijderen. - De leerling die met extra hulp de juiste opspantechnieken kan toepassen. - De leerling die met hulp de verbindingen controleert op sluiten en haaksheid. |
- De leerling die houten elementen nauwkeurig vergaart volgens de instructies. - De leerling die zelfstandig de juiste volgorde aanhoudt bij het vergaren van elementen. - De leerling die houten elementen nauwkeurig vergaart, inclusief verlijmen, samenvoegen en het toepassen van mechanische verbindingstechnieken. - De leerling die zelfstandig aandacht heeft voor haaksheid en maatvoering. |
- De leerling die houten elementen uitstekend vergaart en anderen helpt om hetzelfde te doen. - De leerling die suggesties doet voor efficiëntere methoden bij het vergaren van elementen. - De Leerling die oog heeft voor elk détail bij het vergaren van elementen. |
| 12. Behandelt oppervlakken in hout (schuren, beschermen, afwerken, ...) onder begeleiding | - De leerling die foutief, onvoldoende, of helemaal niet schuurt. - De leerling die oppervlakken onjuist behandelt en vaak dezelfde fouten maakt. - De leerling die niet de juiste materialen gebruikt voor de afwerking. - De leerling die een niet presentabel werk aflevert. |
- De leerling die meestal correct schuurt maar extra ondersteuning nodig heeft. - De leerling die oppervlakken correct behandelt, maar soms begeleiding nodig heeft. - De leerling die af en toe vergeet om beschermende middelen te gebruiken. - De leerling die meestal een presentabel werk aflevert. |
- De leerling die zo goed als altijd nauwkeurig de oppervlakken behandelt, inclusief schuren, ontvetten en de grond-,tussen-, en afwerklagen weet aan te brengen. - De leerling die de oppervlakken bijna altijd nauwkeurig behandelt volgens de instructies. - De leerling die zo goed als zelfstandig de juiste materialen kiest voor de afwerking. - De leerling die bijna altijd bescherming weet aan te brengen en zorgt voor een nette werkomgeving. |
- De leerling die oppervlakken uitstekend behandelt en anderen helpt om hetzelfde te doen. - De leerling die innovatieve technieken toepast bij het afwerken van oppervlakken. - De leerling die een werk presenteert wat de perfectie evenaart. - De leerling die niet alleen zorgt voor een nette werkomgeving, maar achteraf ook zorgt dat alles opgeruimd is, verfborstels …. Uitgewassen zijn. |
| 13. Monteert beslag onder begeleiding | - De leerling die beslag onjuist monteert en vaak fouten maakt. - De leerling die niet de juiste gereedschappen gebruikt voor het monteren van beslag. - De leerling die vaak fouten maakt bij het maken van de uitsparingen |
- De leerling die beslag correct monteert, maar soms begeleiding nodig heeft. - De leerling die af en toe moeite heeft met het nauwkeurig plaatsen van beslag. - De leerling die mits de nodige hulp de nodige uitsparingen weet te maken. |
- De leerling die beslag nauwkeurig monteert volgens de instructies. - De leerling die nauwkeurig de uitsparingen voor het monteren van het beslag weet te voorzien. - De leerling die zelfstandig de juiste gereedschappen kiest voor het monteren van beslag. |
- De leerling die beslag uitstekend monteert en anderen helpt om hetzelfde te doen. - De leerling die suggesties doet voor efficiëntere methoden bij het monteren van beslag. |
| 14. Transporteert grondstoffen, constructieonderdelen en materialen onder begeleiding | - De leerling die grondstoffen en materialen onjuist transporteert en vaak fouten maakt. - De leerling die veiligheidsvoorschriften negeert tijdens het transport. - De leerling die vaak fouten maakt bij het gebruik van niet-gemotoriseerde transportmiddelen. |
- De leerling die grondstoffen en materialen correct transporteert, maar soms begeleiding nodig heeft. - De leerling die af en toe moeite heeft met het veilig laden en lossen. - De leerling die af en toe fouten maakt bij het gebruik van niet-gemotoriseerde transportmiddelen. |
- De leerling die grondstoffen en materialen nauwkeurig transporteert volgens de instructies. - De leerling die zelfstandig de juiste methoden kiest voor het transport. - De leerling die binnen de werkplaats het gebruik van transpallets en steekwagens goed weet te benutten. |
- De leerling die grondstoffen en materialen uitstekend transporteert en anderen helpt om hetzelfde te doen. - De leerling die proactief is in het verbeteren van de transportmethoden. |
| 15. Plaatst houten elementen onder begeleiding | - De leerling die houten elementen onjuist plaatst en vaak fouten maakt. - De leerling die niet de juiste volgorde aanhoudt bij het plaatsen van elementen. |
- De leerling die houten elementen correct plaatst, maar soms begeleiding nodig heeft. - De leerling die af en toe vergeet om de verbindingen te controleren. |
- De leerling die houten elementen nauwkeurig plaatst volgens de instructies. - De leerling die zelfstandig de juiste volgorde aanhoudt bij het plaatsen van elementen. |
- De leerling die houten elementen uitstekend plaatst en anderen helpt om hetzelfde te doen. - De leerling die suggesties doet voor efficiëntere methoden bij het plaatsen van elementen. |
| 16. Werkt elementen in hout af onder begeleiding | - De leerling die elementen onjuist afwerkt en vaak fouten maakt. - De leerling die niet de juiste materialen gebruikt voor de afwerking. |
- De leerling die elementen correct afwerkt, maar soms begeleiding nodig heeft. - De leerling die af en toe vergeet om beschermende middelen te gebruiken. |
- De leerling die elementen nauwkeurig afwerkt volgens de instructies. - De leerling die zelfstandig de juiste materialen kiest voor de afwerking. |
- De leerling die elementen uitstekend afwerkt en anderen helpt om hetzelfde te doen. - De leerling die innovatieve technieken toepast bij het afwerken van elementen. |
| 17. Gebruik van handgereedschappen | - De leerling die handgereedschappen onjuist gebruikt en vaak fouten maakt. - De leerling die gereedschap beschadigt door onjuist gebruik. |
- De leerling die handgereedschappen correct gebruikt, maar soms begeleiding nodig heeft. - De leerling die af en toe moeite heeft met het kiezen van het juiste gereedschap. |
- De leerling die handgereedschappen nauwkeurig gebruikt volgens de instructies. - De leerling die zelfstandig het juiste gereedschap kiest voor de taak. |
- De leerling die handgereedschappen uitstekend gebruikt en anderen helpt om hetzelfde te doen. - De leerling die proactief is in het onderhouden van handgereedschappen. |
| 18. Verschillende materialen en grondstoffen herkennen | - De leerling die moeite heeft met het herkennen van verschillende materialen en grondstoffen. - De leerling die vaak de verkeerde materialen kiest voor een werkopdracht. |
- De leerling die verschillende materialen en grondstoffen herkent, maar soms begeleiding nodig heeft. - De leerling die af en toe moeite heeft met het onderscheiden van vergelijkbare materialen. |
- De leerling die verschillende materialen en grondstoffen nauwkeurig herkent. - De leerling die zelfstandig de juiste materialen kiest voor een werkopdracht. |
- De leerling die verschillende materialen en grondstoffen uitstekend herkent en anderen helpt om hetzelfde te doen. - De leerling die zelfstandig de juiste materialen kiest voor een werkopdracht en met anderen in overleg gaat om de keuze van materialen te verantwoorden. |
9. Bereidt grondstoffen voor i.f.v. de werkopdracht (aftekenen, paren, ...) onder begeleiding
- De leerling die grondstoffen onjuist aftekent en vaak fouten maakt bij het paren.
- De leerling die niet de juiste materialen weet te kiezen voor de werkopdracht.
- De leerling die het hout onjuist kantrecht en vaak fouten maakt bij het afkorten.
- De leerling die niet de juiste afmetingen aanhoudt bij het uitzagen van onderdelen.
- De leerling die grondstoffen correct aftekent en paart, maar extra hulp nodig heeft.
- De leerling die af en toe vergeet om de afmetingen te controleren.
- De leerling die hout correct kantrecht en afkort, met extra ondersteuning.
- De leerling die af en toe vergeet om merktekens aan te brengen.
- De leerling die grondstoffen nauwkeurig aftekent en paart volgens de instructies.
- De leerling die zelfstandig de juiste materialen kiest en voorbereidt.
- De leerling die het hout nauwkeurig kantrecht, afkort en onderdelen volgens de juiste afmetingen uitzaagt.
- De leerling die zelfstandig kan paren of merktekens aanbrengt en afschrijft volgens een eenduidige methode.
- De leerling die grondstoffen uitstekend aftekent en paart en anderen helpt om hetzelfde te doen.
- De leerling die suggesties doet voor efficiëntere methoden bij het voorbereiden van grondstoffen.
- De leerling die het hout uitstekend kantrecht, afkort en onderdelen nauwkeurig uitzaagt, en anderen helpt om hetzelfde te doen.
- De leerling die suggesties doet voor efficiëntere werkmethoden bij het voorbereiden van grondstoffen.
10. Bewerkt onderdelen met (houtbewerkings) machines onder begeleiding
- De leerling die machines onjuist gebruikt en vaak fouten maakt bij het bewerken van onderdelen.
- De leerling die de veiligheidsvoorschriften negeert tijdens het gebruik van machines.
- De leerling die onveilige situaties niet herkent bij de opstart van de machine en vaak fouten maakt bij het bewerken van de onderdelen.
- De leerling die machines onjuist start, stopt en bedient.
- De leerling die onderdelen correct bewerkt met machines, maar soms begeleiding nodig heeft.
- De leerling die onderdelen correct bewerkt met machines, maar soms begeleiding nodig heeft.
- De leerling die af en toe moeite heeft met het schaven tot ontruwde vlakken.
- De leerling die af en toe moeite heeft met het instellen van de machines.
- De leerling die onderdelen nauwkeurig bewerkt met machines volgens de instructies.
- De leerling die zelfstandig kleine aanpassingen aan de machines kan doen.
- De leerling die onderdelen nauwkeurig bewerkt met machines, inclusief schaven, op maat zagen en profileringen aanbrengen.
- De leerling die zelfstandig merktekens aanbrengt en werkstukken schuurt tot de gewenste afwerkingsgraad.
- De leerling die onderdelen uitstekend bewerkt met machines en anderen helpt om hetzelfde te doen.
- De leerling die proactief is in het onderhouden van de machines.
- De leerling die onderdelen uitstekend bewerkt met machines en anderen helpt om hetzelfde te doen.
- De leerling die proactief is in het gebruik van mallen en het onderhouden van machines.
11. Vergaart houten elementen onder begeleiding
- De leerling die houten elementen onjuist vergaart en vaak fouten maakt.
- De leerling die niet de juiste volgorde aanhoudt bij het vergaren van elementen.
- De leerling die verbindingsgedeelten onjuist verlijmt en vaak fouten maakt bij het samenvoegen van onderdelen.
- De leerling die lijmresten niet verwijdert.
- De leerling die de opspantechnieken verkeerd toepast.
- De leerling die houten elementen correct vergaart, maar hulp nodig heeft om de opdracht tot een goed einde te brengen.
- De leerling die af en toe vergeet om lijmresten te verwijderen.
- De leerling die met extra hulp de juiste opspantechnieken kan toepassen.
- De leerling die met hulp de verbindingen controleert op sluiten en haaksheid.
- De leerling die houten elementen nauwkeurig vergaart volgens de instructies.
- De leerling die zelfstandig de juiste volgorde aanhoudt bij het vergaren van elementen.
- De leerling die houten elementen nauwkeurig vergaart, inclusief verlijmen, samenvoegen en het toepassen van mechanische verbindingstechnieken.
- De leerling die zelfstandig aandacht heeft voor haaksheid en maatvoering.
- De leerling die houten elementen uitstekend vergaart en anderen helpt om hetzelfde te doen.
- De leerling die suggesties doet voor efficiëntere methoden bij het vergaren van elementen.
- De Leerling die oog heeft voor elk détail bij het vergaren van elementen.
12. Behandelt oppervlakken in hout (schuren, beschermen, afwerken, ...) onder begeleiding
- De leerling die foutief, onvoldoende, of helemaal niet schuurt.
- De leerling die oppervlakken onjuist behandelt en vaak dezelfde fouten maakt.
- De leerling die niet de juiste materialen gebruikt voor de afwerking.
- De leerling die een niet presentabel werk aflevert.
- De leerling die meestal correct schuurt maar extra ondersteuning nodig heeft.
- De leerling die oppervlakken correct behandelt, maar soms begeleiding nodig heeft.
- De leerling die af en toe vergeet om beschermende middelen te gebruiken.
- De leerling die meestal een presentabel werk aflevert.
- De leerling die zo goed als altijd nauwkeurig de oppervlakken behandelt, inclusief schuren, ontvetten en de grond-,tussen-, en afwerklagen weet aan te brengen.
- De leerling die de oppervlakken bijna altijd nauwkeurig behandelt volgens de instructies.
- De leerling die zo goed als zelfstandig de juiste materialen kiest voor de afwerking.
- De leerling die bijna altijd bescherming weet aan te brengen en zorgt voor een nette werkomgeving.
- De leerling die oppervlakken uitstekend behandelt en anderen helpt om hetzelfde te doen.
- De leerling die innovatieve technieken toepast bij het afwerken van oppervlakken.
- De leerling die een werk presenteert wat de perfectie evenaart.
- De leerling die niet alleen zorgt voor een nette werkomgeving, maar achteraf ook zorgt dat alles opgeruimd is, verfborstels …. Uitgewassen zijn.
13. Monteert beslag onder begeleiding
- De leerling die beslag onjuist monteert en vaak fouten maakt.
- De leerling die niet de juiste gereedschappen gebruikt voor het monteren van beslag.
- De leerling die vaak fouten maakt bij het maken van de uitsparingen
- De leerling die beslag correct monteert, maar soms begeleiding nodig heeft.
- De leerling die af en toe moeite heeft met het nauwkeurig plaatsen van beslag.
- De leerling die mits de nodige hulp de nodige uitsparingen weet te maken.
- De leerling die beslag nauwkeurig monteert volgens de instructies.
- De leerling die nauwkeurig de uitsparingen voor het monteren van het beslag weet te voorzien.
- De leerling die zelfstandig de juiste gereedschappen kiest voor het monteren van beslag.
- De leerling die beslag uitstekend monteert en anderen helpt om hetzelfde te doen.
- De leerling die suggesties doet voor efficiëntere methoden bij het monteren van beslag.
14. Transporteert grondstoffen, constructieonderdelen en materialen onder begeleiding
- De leerling die grondstoffen en materialen onjuist transporteert en vaak fouten maakt.
- De leerling die veiligheidsvoorschriften negeert tijdens het transport.
- De leerling die vaak fouten maakt bij het gebruik van niet-gemotoriseerde transportmiddelen.
- De leerling die grondstoffen en materialen correct transporteert, maar soms begeleiding nodig heeft.
- De leerling die af en toe moeite heeft met het veilig laden en lossen.
- De leerling die af en toe fouten maakt bij het gebruik van niet-gemotoriseerde transportmiddelen.
- De leerling die grondstoffen en materialen nauwkeurig transporteert volgens de instructies.
- De leerling die zelfstandig de juiste methoden kiest voor het transport.
- De leerling die binnen de werkplaats het gebruik van transpallets en steekwagens goed weet te benutten.
- De leerling die grondstoffen en materialen uitstekend transporteert en anderen helpt om hetzelfde te doen.
- De leerling die proactief is in het verbeteren van de transportmethoden.
15. Plaatst houten elementen onder begeleiding
- De leerling die houten elementen onjuist plaatst en vaak fouten maakt.
- De leerling die niet de juiste volgorde aanhoudt bij het plaatsen van elementen.
- De leerling die houten elementen correct plaatst, maar soms begeleiding nodig heeft.
- De leerling die af en toe vergeet om de verbindingen te controleren.
- De leerling die houten elementen nauwkeurig plaatst volgens de instructies.
- De leerling die zelfstandig de juiste volgorde aanhoudt bij het plaatsen van elementen.
- De leerling die houten elementen uitstekend plaatst en anderen helpt om hetzelfde te doen.
- De leerling die suggesties doet voor efficiëntere methoden bij het plaatsen van elementen.
16. Werkt elementen in hout af onder begeleiding
- De leerling die elementen onjuist afwerkt en vaak fouten maakt.
- De leerling die niet de juiste materialen gebruikt voor de afwerking.
- De leerling die elementen correct afwerkt, maar soms begeleiding nodig heeft.
- De leerling die af en toe vergeet om beschermende middelen te gebruiken.
- De leerling die elementen nauwkeurig afwerkt volgens de instructies.
- De leerling die zelfstandig de juiste materialen kiest voor de afwerking.
- De leerling die elementen uitstekend afwerkt en anderen helpt om hetzelfde te doen.
- De leerling die innovatieve technieken toepast bij het afwerken van elementen.
17. Gebruik van handgereedschappen
- De leerling die handgereedschappen onjuist gebruikt en vaak fouten maakt.
- De leerling die gereedschap beschadigt door onjuist gebruik.
- De leerling die handgereedschappen correct gebruikt, maar soms begeleiding nodig heeft.
- De leerling die af en toe moeite heeft met het kiezen van het juiste gereedschap.
- De leerling die handgereedschappen nauwkeurig gebruikt volgens de instructies.
- De leerling die zelfstandig het juiste gereedschap kiest voor de taak.
- De leerling die handgereedschappen uitstekend gebruikt en anderen helpt om hetzelfde te doen.
- De leerling die proactief is in het onderhouden van handgereedschappen.
18. Verschillende materialen en grondstoffen herkennen
- De leerling die moeite heeft met het herkennen van verschillende materialen en grondstoffen.
- De leerling die vaak de verkeerde materialen kiest voor een werkopdracht.
- De leerling die verschillende materialen en grondstoffen herkent, maar soms begeleiding nodig heeft.
- De leerling die af en toe moeite heeft met het onderscheiden van vergelijkbare materialen.
- De leerling die verschillende materialen en grondstoffen nauwkeurig herkent.
- De leerling die zelfstandig de juiste materialen kiest voor een werkopdracht.
- De leerling die verschillende materialen en grondstoffen uitstekend herkent en anderen helpt om hetzelfde te doen.
- De leerling die zelfstandig de juiste materialen kiest voor een werkopdracht en met anderen in overleg gaat om de keuze van materialen te verantwoorden.