M3 Hoofdstuk 1 Stoffen en mengsels

Stofeigenschappen 1.1

• Benoemen van tot 4 stofeigenschappen.

• Kent de pictogrammen van gevaarlijke stoffen.

• Benoemen van tot 6 stofeigenschappen.

• Kent de pictogrammen van gevaarlijke stoffen en kan ze ook toepassen.

• Kan stofeigenschappen toepassen op stoffen.

• Benoemen van tot 8 stofeigenschappen.

• Kent de pictogrammen van gevaarlijke stoffen en kan ze toepassen en weet hoe er met de stof moet worden omgegaan.

• Kan goede stofeigenschappen toepassen om stoffen te herkennen.

Opg. 1 t/m 14

Proef 1 en 2

Leren 1.1

Extra opgaven dichtheid

Deeltjesmodel Fasen en fase-overgangen 1.2

• Kent de fasen en fase-overgangen.

• Kent 2 punten van het deeltjesmodel.

• Kent de fasen en fase-overgangen en kan het ook aangeven bij stoffen.

• Kent 3 punten van het deeltjesmodel.

• Kent de fasen en fase-overgangen en kan het ook aangeven bij stoffen. Daarbij ook uitleggen hoe je fase-overgangen kan gebruiken.

• Kent 5 punten van het deeltjesmodel.

Opg 1 t/m 13

Proef 3 en demo jood

Leren 1.1 en 1.2

Zuivere stoffen en mengsels 1.3

• Kent een zuivere stof en een mengsel.

• Kent het verschil tussen een smeltpunt en smelttraject.

• Kent het verschil tussen een zuivere stof en een mengsel.

• Kan aan de hand van een smelt/stol diagram tekenen daaruit een zuivere stof/ mengsel herkennen.

• Kent het verschil tussen een zuivere stof en een mengsel.

• Kan aan de hand van een smelt/stol diagram tekenen daaruit een zuivere stof/ mengsel herkennen.

• Kan bij verandering van gegevens een ander grafiek tekenen.

Opg. 1 t/m 9

Proef 4

Leren 1.1 t/m 1.3

Mengsels 1.4

• Kent oplossingen, suspensies, emulsies.

• Kent oplossingen, suspensies, emulsies, rook nevel en schuim.

• Kan ze ook herkennen. Emulgator bij emulsies

• Kent oplossingen, suspensies emulsies, rook nevel en schuim.

• kan ze ook herkennen. Emulgator bij emulsies.

• Kan ook verschillende oplosmiddelen opnoemen.

Opg. 1 t/m 13

Proef 5 en demo oplossing en emulsie

Leren 1.1 t/m 1.4

Chemische reacties 1.5

• Herkent of het een chemische reactie is of een fase-overgang.

• Kan reactie verschijnselen benoemen.

• Herkent of het een chemische reactie is of een fase-overgang.

• Kan de beginstoffen en reactieproducten benoemen.

• Herkent chemische reacties aan de hand van blokschema's.

• Herkent een verbrandingsreactie.

• Kan reactie verschijnselen benoemen.

• Herkent of het een chemische reactie is of een fase-overgang.

• kan de beginstoffen en reactieproducten benoemen en zelf een reactieschema opstellen.

• Herkent chemische reacties aan de hand van blokschema's.

• Herkent een verbrandingsreactie.

• Kan reactie verschijnselen benoemen.

Opg. 1 t/m 9

Proef 6 en verbranding van Mg

Leren 1.1 t/m 1.5