Log in om deze rubric te printen of binnen jouw account aan te passen.
In deze rubric vind je de eisen voor het werkstuk dat je gaat maken.
Level 1
|
Level 2
|
Level 3
|
|
---|---|---|---|
Onderdelen werkstuk 5 punten | Je mist één van de volgende onderdelen of één onderdeel voldoet niet aan de eisen: titelblad, inhoudsopgave, voorwoord, nawoord, bronnen. (1 punten) |
Je werkstuk heeft alle onderdelen en ze voldoen aan de eisen. (3 punten) |
Je werkstuk heeft alle onderdelen en ze voldoen aan de eisen. Daarnaast is er uitgebreid aandacht besteed aan alle onderdelen. (5 punten) |
Lengte teksten 5 punten | 1 of 2 hoofdstukken bevatten te weinig tekst (minder dan 50% tekst). (1 punten) |
Het merendeel van de hoofdstukken heeft voldoende tekst (75% of meer tekst). (3 punten) |
Alle hoofdstukken hebben voldoende tekst (75% of meer tekst). (5 punten) |
Spelling en zinsopbouw 5 punten | Je hebt hoofdletters en punten gebruikt. Je gebruikt ook andere leestekens. Je zinnen kloppen. Je hebt soms een spelfout. (1 punten) |
Je hebt hoofdletters en punten gebruikt. Je gebruikt ook andere leestekens correct. Je hebt geen schrijffouten. (3 punten) |
Je hebt hoofdletters en punten gebruikt. Je gebruikt ook andere leestekens correct. Je hebt geen schrijffouten. De zinnen zijn altijd op een juiste manier opgebouwd. (5 punten) |
Bronnen 5 punten | Je hebt 3 verschillende bronnen gebruikt en noemt deze in een bronnenlijst. Je verwijst soms in de tekst naar de bron. (1 punten) |
Je hebt 4 of meer verschillende bronnen gebruikt en noemt deze in een bronnenlijst. Je verwijst in de tekst naar de bron. (3 punten) |
Je hebt 10 of meer verschillende bronnen gebruikt en noemt deze in een bronnenlijst. Je verwijst in de tekst altijd naar de bron. (5 punten) |
Opmaak 10 punten | Je wisselt soms in opmaak: lettergrootte, lettertype, niet overal dezelfde opmaak. Je hebt geen paginanummers. (2 punten) |
Je hebt je aan de afspraken gehouden voor lettergrootte (tekst, titels en kopjes), lettertype en gebruikt overal dezelfde opmaak. Je hebt paginanummers. (6 punten) |
Je hebt je aan de afspraken gehouden voor lettergrootte (tekst, titels en kopjes), lettertype en gebruikt overal dezelfde opmaak. Je hebt paginanummers, kloppende inhoudsopgave en elke hoofdstuk begint op een nieuwe pagina. (10 punten) |
Afbeeldingen 5 punten | Je mist soms een afbeelding. De afbeelding voegt weinig toe of past er niet goed bij. De grootte klopt niet altijd. Je hebt niet altijd een bijschrift. (1 punten) |
Je afbeelding past bij de tekst en voegt iets toe. Ieder hoofdstuk heeft een afbeelding. De grootte is volgens de afspraken. Alle afbeeldingen hebben een bijschrift. (3 punten) |
Je afbeelding past bij de tekst en voegt altijd iets toe. Ieder hoofdstuk heeft een afbeelding. De grootte is volgens de afspraken. Alle afbeeldingen hebben een bijschrift en zijn scherp. De tekst in goed uitgelijnd rond de afbeeldingen. (5 punten) |
Voorwoord 5 punten | Je schrijft wat het onderwerp van je werkstuk is. Je legt uit waarom je dit onderwerp hebt gekozen. (1 punten) |
Je schrijft wat het onderwerp van je werkstuk is. Je legt uit waarom je dit onderwerp hebt gekozen en legt uit hoe je het aanpakt en wat je wilt leren. (3 punten) |
Je schrijft uitgebreid wat het onderwerp van je werkstuk is. Je legt uit waarom je dit onderwerp hebt gekozen en je hebt een duidelijk plan van aanpak. (5 punten) |
Tekst in eigen woorden 20 punten | Alle teksten zijn in je eigen woorden geschreven. (4 punten) |
Alle teksten zijn in je eigen woorden geschreven. (12 punten) |
Alle teksten zijn in je eigen woorden geschreven. Moeilijke woorden die je moet gebruiken, leg je in eigen woorden uit. (20 punten) |
Hoofdstukken 30 punten | Je hebt 6 hoofdstukken. Je hebt deels nieuwe informatie. De inhoud past bij het hoofdstuk, maar er ontbreekt belangrijke informatie over sommige onderwerpen. (6 punten) |
Je hebt 6 hoofdstukken. Je vertelt nieuwe informatie. De informatie past bij het hoofdstuk en je bespreekt alle belangrijke onderwerpen die bij dit hoofdstuk horen. (18 punten) |
Je hebt 7 of meer hoofdstukken. Je vertelt nieuwe informatie. De informatie past bij het hoofdstuk en je bespreekt alle belangrijke onderwerpen die bij dit hoofdstuk horen. (30 punten) |
Nawoord 5 punten | Je hebt alle volgende punten in je nawoord: samenvatting, aanpak of mening over het maken van het werkstuk. (1 punten) |
Je geeft in je nawoord een samenvatting van je werkstuk. Je vertelt hoe het maken is gegaan, hoe je het hebt aangepakt en hoe je het vond om een werkstuk te maken. (3 punten) |
Je geeft in je nawoord een uitgebreide samenvatting van je werkstuk. Je reflecteert op je plan van aanpak in je voorwoord. Daarbij geef je jezelf minimaal 3 verbeterpunten voor een volgend werkstuk. (5 punten) |
Je mist één van de volgende onderdelen of één onderdeel voldoet niet aan de eisen: titelblad, inhoudsopgave, voorwoord, nawoord, bronnen. (1 punten)
Je werkstuk heeft alle onderdelen en ze voldoen aan de eisen. (3 punten)
Je werkstuk heeft alle onderdelen en ze voldoen aan de eisen. Daarnaast is er uitgebreid aandacht besteed aan alle onderdelen. (5 punten)
1 of 2 hoofdstukken bevatten te weinig tekst (minder dan 50% tekst). (1 punten)
Het merendeel van de hoofdstukken heeft voldoende tekst (75% of meer tekst). (3 punten)
Alle hoofdstukken hebben voldoende tekst (75% of meer tekst). (5 punten)
Je hebt hoofdletters en punten gebruikt. Je gebruikt ook andere leestekens. Je zinnen kloppen. Je hebt soms een spelfout. (1 punten)
Je hebt hoofdletters en punten gebruikt. Je gebruikt ook andere leestekens correct. Je hebt geen schrijffouten. (3 punten)
Je hebt hoofdletters en punten gebruikt. Je gebruikt ook andere leestekens correct. Je hebt geen schrijffouten. De zinnen zijn altijd op een juiste manier opgebouwd. (5 punten)
Je hebt 3 verschillende bronnen gebruikt en noemt deze in een bronnenlijst. Je verwijst soms in de tekst naar de bron. (1 punten)
Je hebt 4 of meer verschillende bronnen gebruikt en noemt deze in een bronnenlijst. Je verwijst in de tekst naar de bron. (3 punten)
Je hebt 10 of meer verschillende bronnen gebruikt en noemt deze in een bronnenlijst. Je verwijst in de tekst altijd naar de bron. (5 punten)
Je wisselt soms in opmaak: lettergrootte, lettertype, niet overal dezelfde opmaak. Je hebt geen paginanummers. (2 punten)
Je hebt je aan de afspraken gehouden voor lettergrootte (tekst, titels en kopjes), lettertype en gebruikt overal dezelfde opmaak. Je hebt paginanummers. (6 punten)
Je hebt je aan de afspraken gehouden voor lettergrootte (tekst, titels en kopjes), lettertype en gebruikt overal dezelfde opmaak. Je hebt paginanummers, kloppende inhoudsopgave en elke hoofdstuk begint op een nieuwe pagina. (10 punten)
Je mist soms een afbeelding. De afbeelding voegt weinig toe of past er niet goed bij. De grootte klopt niet altijd. Je hebt niet altijd een bijschrift. (1 punten)
Je afbeelding past bij de tekst en voegt iets toe. Ieder hoofdstuk heeft een afbeelding. De grootte is volgens de afspraken. Alle afbeeldingen hebben een bijschrift. (3 punten)
Je afbeelding past bij de tekst en voegt altijd iets toe. Ieder hoofdstuk heeft een afbeelding. De grootte is volgens de afspraken. Alle afbeeldingen hebben een bijschrift en zijn scherp. De tekst in goed uitgelijnd rond de afbeeldingen. (5 punten)
Je schrijft wat het onderwerp van je werkstuk is. Je legt uit waarom je dit onderwerp hebt gekozen. (1 punten)
Je schrijft wat het onderwerp van je werkstuk is. Je legt uit waarom je dit onderwerp hebt gekozen en legt uit hoe je het aanpakt en wat je wilt leren. (3 punten)
Je schrijft uitgebreid wat het onderwerp van je werkstuk is. Je legt uit waarom je dit onderwerp hebt gekozen en je hebt een duidelijk plan van aanpak. (5 punten)
Alle teksten zijn in je eigen woorden geschreven. (4 punten)
Alle teksten zijn in je eigen woorden geschreven. (12 punten)
Alle teksten zijn in je eigen woorden geschreven. Moeilijke woorden die je moet gebruiken, leg je in eigen woorden uit. (20 punten)
Je hebt 6 hoofdstukken. Je hebt deels nieuwe informatie. De inhoud past bij het hoofdstuk, maar er ontbreekt belangrijke informatie over sommige onderwerpen. (6 punten)
Je hebt 6 hoofdstukken. Je vertelt nieuwe informatie. De informatie past bij het hoofdstuk en je bespreekt alle belangrijke onderwerpen die bij dit hoofdstuk horen. (18 punten)
Je hebt 7 of meer hoofdstukken. Je vertelt nieuwe informatie. De informatie past bij het hoofdstuk en je bespreekt alle belangrijke onderwerpen die bij dit hoofdstuk horen. (30 punten)
Je hebt alle volgende punten in je nawoord: samenvatting, aanpak of mening over het maken van het werkstuk. (1 punten)
Je geeft in je nawoord een samenvatting van je werkstuk. Je vertelt hoe het maken is gegaan, hoe je het hebt aangepakt en hoe je het vond om een werkstuk te maken. (3 punten)
Je geeft in je nawoord een uitgebreide samenvatting van je werkstuk. Je reflecteert op je plan van aanpak in je voorwoord. Daarbij geef je jezelf minimaal 3 verbeterpunten voor een volgend werkstuk. (5 punten)