Presentatie : schoolreis - argumenteren - NT2

Bekijk mobiel

	Starter	Junior	Gevorderd	Expert
INHOUD	Je gebruikt nog GEEN / WEINIG correcte zinnen:	Je gebruikt SOMS correcte zinnen: je denkt aan	Je gebruikt MEESTAL correcte zinnen: je denkt aan:	Je maakt UITSTEKENDE zinnen:
Correcte zinsvolgorde	Je zet je zinnen niet in een correcte volgorde	Je zet je zinnen SOMS in een correcte volgorde	Je zet je zinnen MEESTAL in een correcte volgorde	Je zet AL je zinnen in een correcte volgorde
Vervoeging werkwoorden	Je vervoegt je werkwoorden NOG NIET correct	Je vervoegt je werkwoorden SOMS in de goede tijd: T.T. / V.T.	Je vervoegt je werkwoorden MEESTAL in de goede tijd: T.T. / V.T.	Je vervoegt AL je werkwoorden in de goede tijd: voornamelijk T.T. / V.T.
Aanwijzende voornaamwoorden	Je denkt NOG NIET aan de aanwijzende voornaamwoorden	Je denkt SOMS aan je aanwijzende voornaamwoorden.	Je denkt MEESTAL aan je aanwijzende voornaamwoorden.	Je gebruikt ALTIJD de goede aanwijzende voornaamwoorden
Gebruik voegwoorden: en / als / maar / want / omdat	Je gebruikt GEEN of WEINIG voegwoorden:	Je gebruikt SOMS voegwoorden.	Je gebruikt al VEEL voegwoorden. Je presentatie is al min of meer samenhangend.	Je gebruikt HEEL VEEL voegwoorden zodat je presentatie een samenhangend geheel is..
Argumentatie + vergrotende trap	Je standpunt is NIET DUIDELIJK. Je gebruikt GEEN of 1 argument(en). Je denkt NOG NIET aan de vergrotende trap.	Je standpunt is NOG NIET zo duidelijk. Je gebruikt 2 argumenten. Je denkt SOMS aan de vergrotende trap.	Je standpunt is al REDELIJK DUIDELIJK. Je gebruikt 3 argumenten. Je denkt al VEEL aan de vergrotende trap.	Je standpunt is DUIDELIJK. Je gebruikt 4 argumenten. Je denkt ALTIJD aan de vergrotende trap.
VORM
Articulatie / uitspraak	Je uitspraak is NIET duidelijk. Je spreekt VEEL woorden verkeerd uit.	Je uitspraak is NIET ZO duidelijk. Je spreekt SOMS woorden verkeerd uit.	Je uitspraak is duidelijk verstaanbaar, ondanks een accent en af en toe een verkeerd uitgesproken woord.	Je uitspraak is duidelijk. Je spreekt geen woorden verkeerd uit.
Tempo	Je twijfelt VAAK. Je moet VAAK opnieuw beginnen.	Je spreekt NOG NIET zo vlot. Je twijfelt nog vaak.	Je spreekt al REDELIJK VLOT. Je twijfelt nog AF EN TOE.	Je spreekt ZEER VLOT. Je twijfelt niet.

INHOUD

Starter

Je gebruikt nog GEEN / WEINIG correcte zinnen:

Junior

Je gebruikt SOMS correcte zinnen: je denkt aan

Gevorderd

Je gebruikt MEESTAL correcte zinnen: je denkt aan:

Expert

Je maakt UITSTEKENDE zinnen:

Correcte zinsvolgorde

Starter

Je zet je zinnen niet in een correcte volgorde

Junior

Je zet je zinnen SOMS in een correcte volgorde

Gevorderd

Je zet je zinnen MEESTAL in een correcte volgorde

Expert

Je zet AL je zinnen in een correcte volgorde

Vervoeging werkwoorden

Starter

Je vervoegt je werkwoorden NOG NIET correct

Junior

Je vervoegt je werkwoorden SOMS in de goede tijd: T.T. / V.T.

Gevorderd

Je vervoegt je werkwoorden MEESTAL in de goede tijd: T.T. / V.T.

Expert

Je vervoegt AL je werkwoorden in de goede tijd: voornamelijk T.T. / V.T.

Aanwijzende voornaamwoorden

Starter

Je denkt NOG NIET aan de aanwijzende voornaamwoorden

Junior

Je denkt SOMS aan je aanwijzende voornaamwoorden.

Gevorderd

Je denkt MEESTAL aan je aanwijzende voornaamwoorden.

Expert

Je gebruikt ALTIJD de goede aanwijzende voornaamwoorden

Gebruik voegwoorden: en / als / maar / want / omdat

Starter

Je gebruikt GEEN of WEINIG voegwoorden:

Junior

Je gebruikt SOMS voegwoorden.

Gevorderd

Je gebruikt al VEEL voegwoorden. Je presentatie is al min of meer samenhangend.

Expert

Je gebruikt HEEL VEEL voegwoorden zodat je presentatie een samenhangend geheel is..

Argumentatie + vergrotende trap

Starter

Je standpunt is NIET DUIDELIJK.

Je gebruikt GEEN of 1 argument(en).

Je denkt NOG NIET aan de vergrotende trap.

Junior

Je standpunt is NOG NIET zo duidelijk.

Je gebruikt 2 argumenten.

Je denkt SOMS aan de vergrotende trap.

Gevorderd

Je standpunt is al REDELIJK DUIDELIJK.

Je gebruikt 3 argumenten.

Je denkt al VEEL aan de vergrotende trap.

Expert

Je standpunt is DUIDELIJK.

Je gebruikt 4 argumenten.

Je denkt ALTIJD aan de vergrotende trap.

VORM

Starter

Junior

Gevorderd

Expert

Articulatie / uitspraak

Starter

Je uitspraak is NIET duidelijk. Je spreekt VEEL woorden verkeerd uit.

Junior

Je uitspraak is NIET ZO duidelijk. Je spreekt SOMS woorden verkeerd uit.

Gevorderd

Je uitspraak is duidelijk verstaanbaar, ondanks een accent en af en toe een verkeerd uitgesproken woord.

Expert

Je uitspraak is duidelijk. Je spreekt geen woorden verkeerd uit.

Tempo

Starter

Je twijfelt VAAK. Je moet VAAK opnieuw beginnen.

Junior

Je spreekt NOG NIET zo vlot. Je twijfelt nog vaak.

Gevorderd

Je spreekt al REDELIJK VLOT. Je twijfelt nog AF EN TOE.

Expert

Je spreekt ZEER VLOT. Je twijfelt niet.