Log in om deze rubric te printen of binnen jouw account aan te passen.
Level 1
|
Level 2
|
Level 3
|
Level 4
|
Level 5
|
|
---|---|---|---|---|---|
Houding (handen en knuppel) | Ik houd de knuppel met twee handen voor mij vast waarbij mijn ellebogen en schouders ontspannen zijn. |
Ik houd de knuppel met twee handen vast waarbij ik soms een hand onder aan de knuppel vast heb. Verder houd ik de knuppel voor mij vast en houd ik soms mijn ellebogen en schouders hoog. |
Ik houd de knuppel met twee handen vast waarbij ik regelmatig een hand onder aan de knuppel vast heb. Verder houd ik de knuppel voor mij vast en houd ik regelmatig mijn ellebogen en schouders hoog. |
Ik houd bijna altijd mijn handen aaneengesloten vast onder aan de knuppel waarbij mijn schrijfhand boven heb. Verder houd ik bijna altijd de knuppel, ellebogen en schouders hoog. De knuppel houd ik achter mij |
Ik houd altijd mijn handen aaneengesloten vast onder aan de knuppel waarbij ik mijn schrijfhand boven heb. Verder houd ik altijd de knuppel, ellebogen en schouders hoog. Ik houd de knuppel achter mij en heb een actieve houuding |
Indraaien en uitstappen | Ik heb één voet voor de ander staan. |
Ik heb een voet voor de ander staan waarbij ik soms mijn voeten laten wijzen naar de thuishonk. Als ik wil gaan slaan draai ik soms met mijn achterste voet in. |
Ik heb een voet voor de ander staan waarbij ik regelmatig mijn voeten laten wijzen naar de thuishonk. Als ik wil gaan slaan draai ik regelmatig met mijn achterste voet in. |
Ik heb regelmatig mijn voeten parallel en wijzen bijna altijd naar het thuishonk. Als ik wil gaan slaan stap ik bijna altijd uit met mijn voorste voet en draai ik altijd met mijn achterste voet in. |
Ik heb altijd mijn voeten parallel en wijzen altijd naar het thuishonk. Als ik wil gaan slaan stap ik altijd uit met mijn voorste voet en draai ik met mijn achterste voet in. Ik gebruik mijn bovenlichaam bij indraaien. |
Raken en sturen | Ik sla elke bal die wordt aangegooid. |
Ik weet wanneer ik moet proberen te slaan. |
Ik kan een softbal raken. Wanneer ik een softbal raak is dit soms in het midden van de knuppel. |
Ik kan meerdere softballen raken. Wanneer ik een softbal raak is dit regelmatig in het midden van de knuppel. Verder weet ik soms de bal in het veld te sturen. |
Ik kan bijna alle softballen raken. Wanneer ik een softbal raak is dit bijna altijd in het midden van de knuppel. Verder weet ik regelmatig de bal in het veld te sturen. |
Ik houd de knuppel met twee handen voor mij vast waarbij mijn ellebogen en schouders ontspannen zijn.
Ik houd de knuppel met twee handen vast waarbij ik soms een hand onder aan de knuppel vast heb. Verder houd ik de knuppel voor mij vast en houd ik soms mijn ellebogen en schouders hoog.
Ik houd de knuppel met twee handen vast waarbij ik regelmatig een hand onder aan de knuppel vast heb. Verder houd ik de knuppel voor mij vast en houd ik regelmatig mijn ellebogen en schouders hoog.
Ik houd bijna altijd mijn handen aaneengesloten vast onder aan de knuppel waarbij mijn schrijfhand boven heb. Verder houd ik bijna altijd de knuppel, ellebogen en schouders hoog. De knuppel houd ik achter mij
Ik houd altijd mijn handen aaneengesloten vast onder aan de knuppel waarbij ik mijn schrijfhand boven heb. Verder houd ik altijd de knuppel, ellebogen en schouders hoog. Ik houd de knuppel achter mij en heb een actieve houuding
Ik heb één voet voor de ander staan.
Ik heb een voet voor de ander staan waarbij ik soms mijn voeten laten wijzen naar de thuishonk. Als ik wil gaan slaan draai ik soms met mijn achterste voet in.
Ik heb een voet voor de ander staan waarbij ik regelmatig mijn voeten laten wijzen naar de thuishonk. Als ik wil gaan slaan draai ik regelmatig met mijn achterste voet in.
Ik heb regelmatig mijn voeten parallel en wijzen bijna altijd naar het thuishonk. Als ik wil gaan slaan stap ik bijna altijd uit met mijn voorste voet en draai ik altijd met mijn achterste voet in.
Ik heb altijd mijn voeten parallel en wijzen altijd naar het thuishonk. Als ik wil gaan slaan stap ik altijd uit met mijn voorste voet en draai ik met mijn achterste voet in. Ik gebruik mijn bovenlichaam bij indraaien.
Ik sla elke bal die wordt aangegooid.
Ik weet wanneer ik moet proberen te slaan.
Ik kan een softbal raken. Wanneer ik een softbal raak is dit soms in het midden van de knuppel.
Ik kan meerdere softballen raken. Wanneer ik een softbal raak is dit regelmatig in het midden van de knuppel. Verder weet ik soms de bal in het veld te sturen.
Ik kan bijna alle softballen raken. Wanneer ik een softbal raak is dit bijna altijd in het midden van de knuppel. Verder weet ik regelmatig de bal in het veld te sturen.