Kan een beperkt aantal geleerde woorden correct schrijven. Kan gebruikmaken van basisleestekens.
Kan bekende woorden correct schrijven, zoals namen van alledaagse voorwerpen.
Kan een reeks veelvoorkomende woorden correct schrijven.
Heeft een zeer beperkt repertoire van individuele woorden en zinnen.
Heeft een elementaire woordenschat die bestaat uit geïsoleerde woorden en eenvoudige uitdrukkingen mbt concrete situaties.
Beschikt over voldoende woordenschat om de situatie duidelijk te maken.
Gebruikt soms een onbegrijpelijke zinvolgorde
Gebruikt zo nu en dan de verkeerde zinvolgorde
Beschikt over voldoende inzicht in de zinsvolgorde
Kan eenvoudige zinnen schrijven gebruikmakend van eenvoudige woorden en emoticons. De boodschap kan hierdoor onduidelijk zijn.
Kan zeer eenvoudige teksten schrijven in een reeks zeer korte zinnen waarbij de boodschap soms onduidelijk is.
Kan in eenvoudige bewoordingen teksten schrijven in een reeks zinnen waarbij de boodschap overwegend duidelijk is.
De aangeboden grammaticale structuren worden vrijwel niet goed toegepast.
De aangeboden grammaticale structuren worden af en toe goed toegepast.
De aangeboden grammaticale structuren worden overwegend goed toegepast.
5>9
10>14
15>20