Sprechen klas 3

A2 Kan in beperkte mate meedoen aan eenvoudige gesprekken over alledaagse, bekende onderwerpen.

Uitspraak

beginner

Beheerst de klanken van de taal matig. Er moet af en toe om herhaling gevraagd worden om te begrijpen wat er gezegd wordt.

gemiddeld

Beheerst de klanken van de taal voldoende om begrepen te worden. 

gevorderd

Beheerst de klanken van de taal goed en is daardoor goed te verstaan. 

Woordenschat

beginner

Beheerst woordenschat om begrijpelijk te kunnen communiceren. Gebruikt veelal dezelfde woorden.

gemiddeld

Beheerst voldoende woordenschat om begrijpelijk te kunnen communiceren. Kan variƫren in woorden.

gevorderd

Beheerst een grote woordenschat die past bij het onderwerp en is duidelijk in de communicatie.

Vloeiendheid

beginner

Er zit te weinig tempo in het gesprek, waardoor de boodschap onduidelijk wordt.

gemiddeld

Het tempo van het gesprek is voldoende om begrijpelijk te communiceren.

gevorderd

Het tempo van het gesprek is normaal en zorgt voor heldere communicatie.

Activiteit in het gesprek

beginner

Leerling is niet in staat om gepaste antwoorden te geven op de gestelde vragen. Kan alleen zelfgemaakte argumenten noemen.

gemiddeld

Leerling kan reageren op de vragen met gepaste antwoorden.

gevorderd

Leerling kan reageren op de vragen met gepaste antwoorden en is in staat om wedervragen te stellen. De leerling kan in een gesprek het initiatief nemen.

Interview

beginner

Leerling heeft minder dan 20 vragen en kan zelf onvoldoende antwoord geven op de vragen van het interview

gemiddeld

Leerling heeft gemiddeld 20 vragen en kan voldoende op de interview vragen reageren

gevorderd

Leerling heeft meer dan 20 vragen en kan ruim voldoende reageren op de interview vragen

Stad

beginner

leerling vertelt bijna niks over een zelf uitgekozen stad

gemiddeld

Leerling vertelt gemiddeld over een zelf uitgekozen stad

gevorderd

Leerling vertelt ruimvoldoende over een stad te vertellen