Wanneer ik informatie zoek heb ik altijd hulp nodig van anderen.
Meestal heb ik hulp nodig om op een goede manier aan de juiste informatie te komen.
Ik weet meestal aan de juiste informatie te komen. De manier van zoeken kan beter.
Ik kan snel aan de juiste informatie komen.
Ik heb intensieve hulp nodig bij het verzamelen van de benodigdheden.
Ik heb soms hulp nodig bij het verzamelen van de benodigdheden.
Ik weet welke benodigdheden ik nodig heb, maar ik mijn organisatie kan beter.
Ik zorg voor de juiste benodigdheden.
Ik werk chaotisch en houd geen rekening met de planning.
Ik heb intensieve hulp nodig bij het controleren van de planning en bij het vinden van een oplossing bij een planningsprobleem.
Ik controleer regelmatig of ik op schema lig en heb moeite met het vinden van een oplossing voor een planningsprobleem.
Ik controleer of ik op schema lig en los een eventueel planningsprobleem op.
Ik houd me niet aan afspraken. Ik gedraag me niet correct.
Ik voer het werk/de taak niet volgens afspraken uit. Er is vaak correctie nodig op mijn gedrag.
Ik moet regelmatig gewezen worden op de afspraken en voorschriften. Mijn gedrag heeft soms bijsturing nodig.
Ik voer het werk/de taak volgens afspraak en voorschriften uit. Ik gedraag me correct t.o.v. mijn klasgenoten en leerkracht(en).
Ik kan niet zonder hulp bij de keuze van de gereedschappen. Ik weet niet hoe ik de gereedschappen moet gebruiken.
Ik heb soms hulp nodig bij de keuze van de gereedschappen. Er is vaak correctie nodig bij het gebruik
Ik heb regelmatig hulp nodig bij de keuze van de gereedschappen. Het gebruik heeft soms correctie nodig.
Ik gebruik de juiste gereedschappen op goede manier.
Ik wijk zeer vaak af van de voorgeschreven instructies. De afwerking van mijn product is slordig.
Ik wijk regelmatig af van de voorgeschreven instructies. De afwerking van mijn product is matig.
Ik houd me meestal aan de voorgeschreven instructies. De afwerking van mijn product is voldoende.
Ik houd me aan de voorgeschreven instructies en werk mijn product nauwkeurig af.
Ik ruim niets op. Mijn werkplek is een chaos.
Mijn werkplek is rommelig. Ik heb vaak hulp nodig bij het opruimen.
Ik houd mijn werkplek meestal netjes. Ik heb soms correctie nodig bij het opruimen.
Ik houd mijn werkplek ordelijk. Als het werk gedaan is, ruim ik mijn werkplek netjes op.
Veilig werken is voor watjes.
Ik hou meestal mijn veiligheid in de gaten.
Ik hou meestal mijn veiligheid en die van anderen in de gaten.
Ik zorg dat in mijn omgeving niets kan gebeuren.
Ik schuif mijn werk door naar anderen en/of werk de groep tegen.
Ik voer enkel mijn werk uit, zonder rekening te houden met anderen.
Ik zet me niet alleen in voor mijn eigen werk, maar ook voor de groep. Ik werk goed samen met anderen.
Ik voer mijn eigen werk spontaan uit en/of help anderen waar nodig, zonder dat iemand naar hulp hoeft te vragen.