Praktische opdracht 4kader
2p-Je kunt gegevens verdelen in klassen.
1p-Je kunt van gegevens een turftabel maken.
1p-Je kunt de rijen van een frequentietabel een naam gegeven.
2p-Je kunt de gegevens goed neerzetten in de frequentietabel.
2p-Je gebruikt potlood en liniaal bij het maken van frequentietabel.
2p-Je kunt een "juiste steel" maken van een steelbladdiagram.
2p-Je kunt de waarnemingen goed weergeven in het steelbladdiagram.
1p-Je hebt het steelbladdiagram een naam gegeven.
2p-Je gebruikt potlood en liniaal gebruikt bij het maken van het steelbladdiagram
2p- Je hebt de juiste klassen gemaakt.
2p-Je kunt de hoeken die bij de klassen horen uitrekenen en je laat de berekening zien.
3p. Je kunt de "taartpunten" op de juiste manier tekenen met een windroos of geodriehoek.
1p-Je hebt de cirkel getekend.
1p-Je hebt het cirkeldiagram een naam gegeven.
2p- Je hebt een duidelijke legenda gemaakt.
2p-Je hebt de juiste klassen gemaakt.
2p-Je hebtbeide assen een naam gegeven.
2p-Je kunt een logische en juiste verdeling op verticale-as maken.
1p- Je kunt de klassen goed neerzetten op horizontale-as.
3p-Je kunt de staven goed tekenen.
1p. Je gebruikt [potlood en liniaal voor het maken van het staafdiagram.
3p- Je hebt alle waarnemingen goed opgeteld.
2p-Je hebt gedeeld door het juiste aantal waarnemingen,
2p-Je hebt de uitkomst goed afgerond,
-
3p.- Je kunt de juiste modus geven.
3p-Je kunt de waarnemingen op volgorde zetten.
2p-Je hebt duidelijk aangegeven welke waarnemingen de 2 middelste zijn ( evt. de middelste).
2p-Je hebt netjes antwoord gegeven met een berekening in geval van 2 middelsten.
2p- Je kunt het aantal waarnemingen in 2 rijtjes verdelen.
3p. Je kunt de mediaan berekenen of bepalen van van 1e rijtje.
2p-Je hebt netjes antwoord geven
1p-Je kunt horizontale-as tekenen
2p-Je kunt een logische en juiste schaalverdeling maken op de horizontale-as
1p-Je geeft de as een naam.
2p- Je hebt 5 vertikale streepjes getekend bij: de kleinste, 1e kwartiel, mediaan, 3e kwartiel, de grootste
2p-Je hebt de box getekend met de mediaan er in.
2p- Je hebt de grootste -en kleinste waarneming verbonden met de box.
2p-Je hebt boxplot boven de as getekend.
2p. Je hebt het boxplot een naam gegeven.
2p. Je hebt bij het tekenen potlood en liniaal gebruikt.
-
-Je levert de opdracht in een snelhechter in.
-Je gebruikt de juiste nummering bij de verwerking van de opdrachten
-Diagrammen, boxplot, teken je met potlood en liniaal