Er is een voorblad, namen worden vermeld maar het werkstuk is rommelig en onverzorgd. Er is een inhoudsopgave en plaatjes hebben een bronvermelding omdat ze te maken hebben met de tekst.
Er is een voorblad, met namen van leerlingen. Het vak is aangeduid evenals de docent die nakijkt. Het werkstuk volgt de richtlijnen voor een werkstuk. De krant is verzorgd.
Wat hier links staat en elk hoofdstuk heeft een titel. De hoofdstukken hebben een duidelijke indeling (inleiding, kern, slot). De samenhang tussen de hoofdstukken en plaatjes is duidelijk. De krant is verzorgd, er zijn paginanummers.
Wat hier links staat en het is duidelijk dat dit werkstuk gemaakt wordt voor het van levensbeschouwelijke vorming.
Wat hier links staat en de het werkstuk legt aan de hand van het onderwerp uit wat het belang van het vak is in de vorming van jonge mensen.
De teksten zijn geschreven in eigen woorden. Er zijn leestekens, zoals hoofdletters en punten, gebruikt. De tekst is geschreven met de goede spelling
Wat hier links staat en de inhoud geeft blijk van duidelijke inhoudelijke kennis van in de les aangereikte stof over paradigma's.
Wat hier links staat en de tekst geeft aan dat de leerlingen de lesstof beheersen door de 'rode draden' aan te geven bij elk paradigma apart en bij elkaar.
Wat hier links staat en de inhoud geeft ook blijk van inzicht in het bestaan, de afwegingen en de impact van paradigma's, toen en nu op het gods-, mens- en wereldbeeld.
Wat hier links staat en de krant reikt oplossingen aan voor een betere toekomst waarin verschillende partijen, in het bijzonder de natuur, armen, jongeren een rechtvaardiger en hoopvoller toekomstperspectief hebben.
De teksten zijn door alle leden van het groepje nagekeken en gecheckt op Nederlands en op schrijfstijl.
Wat hier links staat en de samenwerking is evenwichtig verlopen. Ieder lid van elke groep levert een evenredige bijdrage aan het product.
Wat hier links staat en leerlingen geven een samenvatting van de reflectie van de geleerde stof op hun eigen gods-, mens- en wereldbeeld.
Wat hier links staat en de leerlingen maken een analyse van een bestaande organisatie (kerkelijk of burgelijk) en analyseren hun mensbeeld, wereldbeeld en godsbeeld.
Wat hier links staat en leerlingen beschrijven in het werkstuk hoe het mensbeeld, wereldbeeld, godsbeeld kan bijdragen aan een rechtvaardigere samenleving.