WNV en verslagen maken

Werknemersvaardigheden, Loopbaan en Burgerschap

Politiek- Juridisch domein

Organisatie bedrijf: 

Je omschrijft hoe het bedrijf is georganiseerd en en wat jouw plaats en functie is in het geheel.

Ondernemingsraad:

Je omschrijft wat de ondernemingsraad doet binnen het bedrijf en wat je er van merkt.

Lokale overheden:

Je omschrijft wat de invloed is van lokale overheden op het bedrijf en je werkzaamheden en wat jij hiervan merkt.

Belangengroeperingen en maatschappelijke organisaties:

Je omschrijft wat de invloed is van belangengroeperingen en maatschappelijke organisaties op de bedrijfsvoering en wat jij hiervan merkt.

Wet- en Regelgeving (EU/NL/INT):

Je vermeldt verschillende wetten en en regelgeving waaraan producten, het bedrijf en jijzelf aan moet voldoen. 

Invloed van media:

Je omschrijft wat de invloed is van (lokale) media op het bedrijf en wat jij hiervan merkt.

Economisch Domein

Waardering van arbeid:

Je omschrijft de waardering van arbeid binnen het bedrijf en in hoeverre jij hier gebruik van maakt. 

Bedrijfscultuur :

Je omschrijft de heersende cultuur binnen het bedrijf en geeft aan wat je als prettig of niet prettig ervaart.  

Arbeidsverhoudingen

Je omschrijft hoe je de arbeidsverhoudingen binnen het bedrijf ervaart. Neem hier de verschillen tussen gender, cultuur, geloof en verhoudingen (LHBTIQ+) in mee. 

Branche- en vakorganisaties:

Je omschrijft de invloed van branche- en vakorganisaties op het bedrijf en welke invloed ze op jou hebben als werknemer. Je omschrijft een recente gebeurtenis.

Duurzaam ondernemen:

Je geeft weer wat het bedrijf doet aan duurzaam ondernemen en waar jij kansen ziet voor het bedrijf om nog duurzamer te ondernemen.

Invloed van klanten:

Je omschrijft in het verslag welke invloed klanten hebben op jouw dagelijkse werkzaamheden en het proces. 

Vitaliteit

Gezondheid bevorderende activiteiten werkgever:

Je omschrijft wat de werkgever doet om jouw gezondheid te bevorderen en je geeft aan in hoeverre jij hier gebruik van maakt en waarom.


Gezonde leefwijze:

Je omschrijft wat je zelf doet aan gezondheid bevorderende activiteiten en hoe jij een gezonde levensstijl nastreeft.

Sociaal- maatschappelijk domein

Grondrechten en plichten:

Je omschrijft waar je kan vinden wat je grondrechten en plichten zijn en omschrijft een ervaring hiermee. 

Je omschrijft je teamsamenstelling en geeft aan hoe de verhoudingen zijn op het gebied van:

  • Culturele diversiteit:
  • Samenwerking en respect
  • Gelijkwaardige- en eerlijke behandeling


Personeelsvereniging

Je omschrijft wat de personeelsvereniging doet en omschrijft aan welke activiteit je recent hebt deelgenomen en hoe dat invloed heeft op werknemersvaardigheden als bijv. samenwerking. 

Werknemersvaardigheden

Je omschrijft je startpostitie, wat je geleerd hebt, waar je nu staat en waar je in de toekomst wil staan bij de onderdelen:

  • Ondernemendheid
  • Klangerichtheid
  • Samenwerken
  • Verantwoordelijkheid


In de BP-opdrachten staat een uitgebreide uitleg in een overzicht. 

Nederlands

Politiek- Juridisch domein

De student maakt nauwelijks tot geen spelfouten.

De student vervoegt de werkwoorden correct.

Economisch Domein

De student maakt gebruik van signaalwoorden om zijn tekst duidelijker te maken.

De student gebruikt verwijswoorden meestal correct.

De zinsbouw is correct.

Hoofd- en bijzinnen worden correct gebruikt en ondersteunen elkaar.

Bij het gebruik van bijzinnen wordt ook de juiste interpunctie gebruikt.

Het verslag bevat nauwelijks stijlfouten.


Vitaliteit

De student maakt gebruik van titels, kopjes en alinea's .

De student maakt gebruik van lege regels om de leesbaarheid te bevorderen.


Sociaal- maatschappelijk domein

De student gebruikt technische- en academische woorden (vaktaal).

De student varieert in woordgebruik om herhaling te voorkomen.

Werknemersvaardigheden

De student gebruikt afbeeldingen om zijn punten te verduidelijken.

Het verslag bevat een inhoudsopgave, een hoofdstukindeling, een inleiding, een kern, een afsluiting en een bronvermelding.