Thema 1 klas 1

Dood - levend - levenloos

Ik ken de term levend, maar kan niet uitleggen wanneer iets leeft.

Ik weet dat er verschil is tussen dood en levenloos maar weet niet hoe ik het moet uitleggen.

Ik weet wat levensverschijnselen zijn maar kan geen levensverschijnselen benoemen.

Ik weet wat levend is en kan wel voorbeelden noemen maar nog niet uitleggen waarom iets leeft.

Ik kan verschillende dode en levenloze dingen noemen maar nog niet uitleggen wat het verschil is.

Ik kan levensverschijnselen omschrijven maar nog niet alle levensverschijnselen noemen.

Ik kan aan iemand uitleggen wanneer iets leeft en hier voorbeelden van geven

Ik kan aan iemand uitleggen wat het verschil is tussen dood en levenloos en hier voorbeelden van geven.

Ik kan aan iemand alle levensverschijnselen noemen en hier voorbeelden bij geven.

Tekeningen maken

Ik ken de term natuurgetrouw en schematisch maar weet niet wat het verschil is.

Ik ken de term lengtedoorsnede, dwarsdoorsnede en buitenaanzicht maar weet niet wat het verschil is.

Ik weet dat er regels zijn voor een biologische tekening maar ik kan geen voorbeelden noemen.

Ik weet het verschil tussen natuurgetrouw en schematisch maar heb nog wel hulp nodig van iemand anders.

Ik weet de verschillen tussen lengte- en dwarsdoorsnede en buitenaanzicht maar haal het nog wel door elkaar.

Ik kan een aantal regels voor een biologische tekening al benoemen maar nog niet allemaal.

Ik kan aan iemand uitleggen wat het verschil is tussen natuurgetrouw en schematisch en hier ook voorbeelden bij noemen.

Ik kan aan iemand het verschil tussen lengte- en dwarsdoorsnede en buitenaanzicht uitleggen en hier ook voorbeelden bij geven.

Ik kan aan iemand uitleggen welke regels er zijn voor het maken van een biologische tekening.

Vergroten

Ik weet wat een bruine boon is maar ik kan de onderdelen van een de bruine niet benoemen.

Ik kan de onderdelen van een bruine boon benoemen maar ik weet niet wat de functie is.

Ik kan alle onderdelen van een bruine boon benoemen en aan iemand uitleggen wat de functie is.

Tabellen en grafieken maken

Ik weet dat er tabellen en grafieken zijn maar ik kan het verschil niet benoemen.

Ik zie de tabel en grafiek wel maar ik weet niet wat ermee bedoeld wordt.

Ik weet wat de kenmerken van een tabel en van een grafiek zijn maar haal de kenmerken nog door elkaar.

Ik kan wel gegevens uit de tabel en grafiek halen maar snap niet helemaal wat ik met de gegevens kan doen.

Ik kan aan iemand anders uitleggen wat de verschillen zijn tussen een tabel en een grafiek en hoe zij ingevuld moeten worden.

Ik snap wat er in een tabel en een grafiek staat en kan het ook uitleggen aan iemand anders.

Groei en ontwikkeling

Ik ken de termen groei en ontwikkeling maar ik weet niet wat het is.

Ik weet wat groei is en ik weet wat ontwikkeling is maar vind het moeilijk om ze uit elkaar te houden.

Ik kan aan iemand anders uitleggen wat het verschil is tussen groei en ontwikkeling.

Biologie in beroepen

Ik kan geen beroepen verzinnen die met biologie te maken hebben.

Ik kan wel beroepen noemen waarbij biologie belangrijk is maar ik kan niet uitleggen waarom.

Ik kan aan iemand anders uitleggen in welke beroepen biologie belangrijk is en ook waarom dit zo is.

Gedaanteverwisseling

Ik heb wel eens van gedaanteverwisseling gehoord.

Ik weet wat gedaanteverwisseling is en ken er ook een ander woord voor maar ik weet niet welke stadia erbij horen of bij welke dieren dit plaatsvindt.

Ik kan aan iemand anders alle stadia van gedaanteverwisseling uitleggen en ook vertellen bij welke diersoorten dit onder andere plaatsvindt.