Het stokje gaat van de rechterhand naar de rechterhand van de ontvanger.
Het stokje gaat van de linker- naar de rechterhand van de ontvanger die met de hand opengedraaid naar boven klaarstaat.
Het stokje gaat van de linker- naar de rechterhand van ontvanger (de hand opengedraaid naar boven) met de ontvangende arm bijna helemaal gestrekt.
Het doorgeven gaat vloeiend in één beweging van de linker- naar de rechterhand van de ontvanger (de hand opengedraaid naar boven) met beide leerlingen de arm helemaal gestrekt.
Het tempo ligt laag en er wordt buiten het wisselvak gewisseld.
Het wisseltempo is redelijk en er wordt binnen het wisselvak gewisseld.
Het wisseltempo ligt hoog en er wordt binnen het wisselvak gewisseld.
Wisseltempo ligt hoog en er wordt binnen het wisselvlak gewisseld met de juiste techniek.
A geeft geen signaal en
O kijkt om bij het wisselen (geen communicatie).
A geeft een signaal maar
O kijkt om bij het wisselen.
A geeft een signaal en O blijft naar voren kijken.
A geeft het signaal op het juiste moment (zodat er binnen het wisselvlak op tempo gewisseld kan worden) en O kijkt naar voren.
Inzet is niet zichtbaar; leerling moet vaak aangespoord worden om in beweging te komen en heeft geen kennis over techniek/regels.
Inzet is niet zichtbaar; leerling moet af en toe aangezet worden om in beweging te komen en bij vragen weet de leerling de technieken/regels.
Inzet is zichtbaar; leerling hoeft niet aangespoord te worden om in beweging te komen en laat zien kennis te hebben over de technieken/regels.
Inzet is zichtbaar; leerling is actief betrokken bij de les. Hij/zij wil zichzelf verbeteren en coacht/moedigt medeleerlingen aan.