Je leert hoe je moet starten met sprinten vanuit een startblok
- Je blijft in kleine passen lopen.
- Je landt met het rennen op je hele voet.
- Gebruikt armen niet of nauwelijks
- In het begin kleine passen en later steeds groter.
- Je landt met het rennen soms op je voorvoet.
- Je gebruikt je armen in L-vorm, deze zwaaien zijwaarts (horizontaal)
- Je blijft in het begin een beetje voorover lopen.
- In het begin kleine passen en later steeds groter.
- Je landt bijna altijd op je voorvoeten.
- Je gebruikt je armen in L-vorm, deze zwaaien zijwaarts (horizontaal)
- Je maakt direct grote passen
- Je blijft een beetje voorover rennen
- Je landt bijna altijd op je voorvoeten.
- Je gebruikt je armen in L-vorm, deze zwaaien rechtdoor (verticaal)
Je beheerst niveau 4 en gaat nu andere leerlingen helpen. Je geeft tips en complimenten aan anderen.
Man
> 11,5 sec.
Vrouw
> 12,5 sec.
Man
10,5 – 11,5 sec.
Vrouw
11,5 – 12,5 sec.
Man
9,5 – 10,5 sec.
Vrouw
10,5 – 11,5 sec
Man
9 – 9,5 sec.
Vrouw
9,5 – 10,5 sec.
Man
< 9 sec
Vrouw
< 9,5 sec